Mijn uitgangspunt voor V*I*R*G*I*N*I*A, zijn portretfoto’s die zijn gemaakt in de begintijd van de fotografie. Ik ben gefascineerd door het statisch ervan en de verborgen emoties die daaronder rondgaan (al dan niet door mij erin gelegd, maar dat maakt niet uit in dit geval).
Een selfie uit 1860
Carte de visite zo noemde men een fotootje van je zelf dat je uitwisselde met je vrienden.
Een portret van jezelf, wat je nu zelf in één seconde kan maken, daar moest je in 1860 behoorlijk lang voor stil zitten. Die portretfoto’s uit het begin van de fotografie fascineren me: wat ging er in de mensen om terwijl ze werden gefotografeerd, welke gevoelens en welke gedachten hadden ze.
Ik besloot ze te gaan tekenen, er ontstaan nieuwe taferelen, er ontspint zich een verhaal.
Sir David, een gedreven hobbyfotograaf, legt zijn werkelijkheid vast op een gevoelige glasplaat. Wanneer de 17 jarige Virginia voor zijn camera verschijnt laat zij een onuitwisbare indruk bij hem achter. Hij geeft hij zich over aan haar beeltenis met de bedoeling haar voor zich te winnen. Hij ziet haar overal verschijnen, maar toch blijkt ze vluchtig. Er ontstaat een kat en muis spel tussen beide personen waarbij zij van elkaar stukken geschiedenis ontfutselen.