In de bibliotheek liep ik langs een rek met reisgidsen en trof daar Johanna aan, verdwaald ergens tussen Azië en Australië. Ze keek me aan vanaf de omslag, haar portret trof me, dus nam ik haar mee. Ik las over haar leven en tekende wat er in mij opkwam terwijl ik las. Het zijn beelden die in haar hoofd ronddwalen, zo stelde ik mij voor.
Vreemd te bedenken dat ze mogelijk heel erg ongelukkig was tijdens haar leven en nu als drama voortleeft.
“Mijn leven is een raadsel gebleven, ook voor mijzelf, gedreven door krachten aan mijn oog onttrokken.” Johanna van Castilië